Wat?
Erasmus+ bouwt verder op de EU 2020 Strategie voor een slimme, inclusieve en duurzame groei. Om werk te maken van zo'n kennismaatschappij moeten de burgers beschikken over de vaardigheden en voldoende creativiteit. Het onderwijs zal daarom moeten moderniseren, nieuwe les- en leermogelijkheden ontwikkelen en inspelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen.
Structuur?
Het programma bestaat uit 3 sleutelacties: Individuele leermobiliteit (KA1), Samenwerking voor innovatie en goede praktijken (KA2), en Steun voor beleidshervorming (KA3). Per sleutelactie zijn er verschillende mogelijkheden per doelgroep. Bijvoorbeeld voor schoolonderwijs zijn er andere mogelijkheden dan voor volwassenenonderwijs.
Deelnemende landen?
Aan het Erasmus+ programma nemen volgende landen deel: de 28 EU-lidstaten, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Macedonië (FYROM) en Turkije.
Daarnaast kunnen voor de KA2 strategische partnerschappen ook andere landen 'Partner countries' deelnemen (p. 24-26).
Erasmus+ in Vlaanderen?
In Vlaanderen is Epos vzw het verantwoordelijke contactpunt voor Erasmus+ projecten voor schoolonderwijs en voor beroepsonderwijs en -opleiding.
Een overzicht van alle Nationale Agentschappen vind je via de Erasmus+ website.
Starten met Erasmus+?
Wie een Erasmus+ project wil indienen, moet zich eerst registreren en een PIC nummer verkrijgen (voor KA1 en KA2 projecten). Elke school moet zich maar één keer registeren. De registratie en bijhorende PIC blijven geldig voor elke volgende aanvraag.
Registreren?
- stap 1: Surf naar https://ec.europa.eu/education/participants/portal/desktop/en/home.html
- stap 2: Klik op 'Register' en registreer.
- stap 3: Eens je ingelogd bent, klik je op tabblad 'Organisations' en 'Register organisation'. Geef alle gevraagde gegevens in en ontvang zo je PI-code.
Participants portal aanvullen?
De documenten die moeten opgeladen worden in de Participants' Portal zijn:
- Legale status: http://ec.europa.eu/budget/contracts_grants/info_contracts/legal_entities/legal_entities_en.cfm
- scholen van het vrij onderwijs (vzw's): gebruik formulier 'particuliere onderneming'
- scholen van het GO!, provinciaal of gemeentelijk onderwijs: gebruik formulier 'publiekrechtelijke entiteit'
- Scan de fiche van je school in die je vindt op www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod
- Financiële identificatie: http://ec.europa.eu/budget/contracts_grants/info_contracts/financial_id/financial_id_en.cfm
Hulp nodig bij het registreren?
Meer info?
http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/index_nl.htm
FAQs
1. KA2 strategische partnerschappen - school only: hoeveel mobiliteiten kan je doen?
Er staat een maximum op het totaal aantal mobiliteiten dat je kan doen binnen een school-to-school partnerschap. Het aantal mobiliteiten voor Learning, teaching and training activities is beperkt tot 100 voor alle partners van het partnerschap samen.
2. KA2 strategische partnerschappen: hoeveel projecten kan je doen? (parallel)
Een organisatie kan een onbeperkt aantal KA2-aanvragen indienen, als coördinator en als partner, zolang het maar over verschillende projecten gaat. Dus per nationaal agentschap (NA) mag je meerdere projecten indienen.
3. Wat is de definitie van een dag in Erasmus+?
Elke begonnen dag, is een dag. MAAR: als er ergens een minimumduur wordt bepaald, zoals in KA1 “minimum 2 dagen exclusief reistijd”, dan wil dat zeggen: de activiteit moet min. 2 volle dagen duren, met een reisdag vooraf én nadien (dus 4 dagen “weg”). Heenreis op dag 1 en terugreis op dag 2 mag dus niet in het geval van een minimumduur van “2 dagen exclusief reistijd”. Wat dagvergoedingen betreft: dat geeft dan recht op 4 dagvergoedingen.
4. KA2: Wat zijn de criteria om van een 'intellectueel product' te spreken?
De ontwikkeling van een intellectueel product is een cruciale stap in het project; het product is het centraal eindresultaat (en is onlosmakelijk verbonden met de post “multiplicatorevenementen”: het één kan niet zonder het ander!). In de ontwikkeling kruipt enorm veel werk (en dus personeelskost). Voorbeelden: een handboek, uitgebreid lesmateriaal, onderzoek,… Het gaat zeker niet om de “traditionele” producten in een schoolpartnerschap zoals kookboekjes, kalenders,…! Die vallen binnen het budget voor “project management & implementation”.
5. KA2: Mag het budget van een project voor project management gebruikt worden om de coördinerende leerkracht enkele uren vrij te stellen?
Volgens AgODi zijn er mogelijkheden om dit te regelen. Er is de vrij ruim gekende “detachering” (officieel “verlof wegens opdracht”), maar er is ook de eenvoudigere methode van “personeel ten laste van het werkingsbudget”. In beide gevallen wordt het personeelslid bvb een paar uur per week tewerkgesteld op het project. En de school krijgt van AgODi een factuur voor die uren. Een factuur die dan betaald wordt van het projectbudget. Voor de volledige toelichting en meer informatie, kan je (of je directie/secretariaat) terecht bij Vanessa Ghysels van AgODi (vanessa.ghysels@ond.vlaanderen.be).
6. Bij het KA2 budget: moet je bij 'learning, teaching, training activities' het aantal dagen met of zonder reistijd aangeven?
Voor het budget best MET de reisdagen. Anders krijgen ze voor de reisdagen geen geld. En erger: als ze bvb “5 dagen” invullen, denkt de jury misschien dat de reisdagen daar al inzitten en dat de activiteit zelf dus te kort is!
7. KA1 VET: enkele vragen
- Duur: Een stage van 2 weken betekent dat zij minimum 10 werkdagen effectief een stage uitvoeren. In de praktijk betekent dat dat zij minimum 14 dagen naar het buitenland zijn (inclusief reistijd): 1 reisdag – 5 dagen stage – 2 dagen weekend – 5 dagen stage – 1 reisdag.
- Partnerorganisaties: Voor wie stageplaatsen aanvraagt moet er per land waar stages doorgaan één partner zijn met een PIC. Dat kan bv. een school zijn waar mee je samenwerkt. De eigenlijke stageplaatsen hoeven niet noodzakelijk zelf een PIC te hebben, maar het mag wel zolang er maar minstens één partner met een PIC bijzit.
- Letter of intent: is geen verplichting meer. Je kan ze bijvoegen om je aanvraag te stofferen, maar dat is geen verplichting.
- Consortiumaanvraag: zowel de aanvrager als iedere school (minstens 2) moet een PIC hebben. Uiterlijk bij het afsluiten van het contract moet iedere partner bovendien een mandaatbrief hebben tov de consortiumaanvrager.
- Het charter om een vereenvoudigde aanvraag mogelijk te maken is enkel voor die scholen die onder LLP al minstens drie Leonardo stages projecten hebben afgewerkt en daarbij telkens minstens 80% van hun budget op hebben gebruikt. Zijn zullen door EPOS specifiek aangeschreven worden.
- In een Nederlandstalige aanvraag mogen gegevens over de partners ook in het Engels zijn. Als je tijd hebt, vertaal je het best naar het Nederlands, maar als het last minute is, is het geen echt probleem. Al hebben evaluatoren het blijkbaar niet zo graag.
8. KA1 schoolonderwijs en volwasseneducatie
- Deelnemers: In schoolonderwijs hoef je niet enkel personeelsleden van je eigen school uit te sturen. Het kunnen ook mensen zijn die structureel met de school samenwerken (CLB, scholengemeenschap, PBD,…).
- Voor schoolonderwijs en volwassenonderwijs moet je geen buitenlandse partners met een PIC hebben voor structurele nascholingen of zelfs niet voor jobshadowing (mag maar niet verplicht). Voor een jobshadowing hoef je ook geen intentiebrief te hebben, in je aanvraag aangeven wat je van plan bent en hoe je het gaat doen is voldoende.
9. KA1 schoolonderwijs
-
Wanneer er zich een wijziging/ annulering/ … voordoet binnen een project, dient het nationaal agentschap (NA) hiervan op de hoogte gesteld te worden. Dit gebeurt normaalgezien (en bij voorkeur) via de dossierbeheerder. Algemeen gaan we ervan uit dat wijzigingen mogelijk zijn indien ze geen impact hebben op de doelstellingen van het project en/of het budget niet overschrijden. Omdat elke situatie verschilt, moet het NA de vraag onderzoeken en vervolgens een gefundeerde beslissing nemen.